Graafs Kazemattenmuseum

PFC Curtis C. Morris
Curtis Morris was 1 van de mannen van E-company. Op 17 september 1944 sprong hij uit zijn C47 boven Velp met als doel de Graafse brug over de Maas te veroveren.

Helaas ging Curtis z’n parachute niet open en was er geen tijd om de reserve parachute open te trekken.

Immers het plan van E-company was om extra laag te vliegen om zo buiten bereik van het luchtdoelgeschut te blijven en snel op de grond te kunnen zijn om in actie te komen.

Een nu pijnlijk gedemonstreerd nadeel van dit plan was dat wanneer je parachute niet open gaat je geen tijd meer hebt voor je reserve parachute.

Curtis kwam in een pruimenboom op het land van de boerderij aan de Schotseweg in Velp terecht. Vooralsnog overleefde Curtis zijn val. Curtis werd door Amerikaanse soldaten voorzichtig op een stretcher gelegd in de schuur van de boerderij. Toen de soldaten zijn zakken doorzochten vonden ze een foto van een baby en een rozenkransketting. Vanwege de katholieke achtergrond van Curtis werd er snel een priester uit de buurt opgetrommeld die Curtis bediende van zijn laatste sacramenten. Ongeveer 2 uur later stierf Curtis aan zijn verwondingen. Dit op de dag voor zijn verjaardag.

Op 21 september 1944 werd Curtis C. Morris begraven op de tijdelijke begraafplaats “Molenhoek” in Overasselt. Op 9 februari 1949 werd Curtis herbegraven op de militaire begraafplaats Arlington in de Verenigde Staten.

Enkele dagen na het voorval vond Meneer van der Hoogen, de bewoner van de boerderij, de helm van Curtis op zijn land. Meneer van der Hoogen heeft de helm tientallen jaren bewaard als aandenken aan dit tragische voorval.

Na meer dan 60 jaar besloot Meneer van der Hoogen dat het tijd was om de helm terug te krijgen bij de familie van Curtis. Via het dienstnummer dat in de helm stond heeft men de dochter van Curtis kunnen achterhalen. Na veel vijven en zessen heeft de overdracht van de helm plaats kunnen vinden op 7 januari 2006.